Betonreparatie en betonrestauratie vertonen veel overlap. Toch is er ook een wezenlijk verschil. Waar betonreparateurs zich vooral richten op de technische aspecten van beton, houdt een restaurateur ook rekening met de cultuurhistorische waarde van een object of gebouw. In dit interview vertelt Michiel van Hunen hoe dat in zijn werk gaat. De getoonde foto's zijn eigendom van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
‘Bij de reparatie van een gebouw dat cultuurhistorische waarde heeft, heb je soms twee opties,’ zegt Michiel van Hunen, restauratiedeskundige bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. ‘De schade lokaal en terughoudend herstellen, waarbij het probleem blijft bestaan. Of rigoureuzer te werk gaan en proberen alle schade-oorzaken weg te nemen.’
De tweede optie klinkt logischer. Maar het gevaar is dat je zodanig moet ingrijpen dat de waarde van een object verloren gaat. Van Hunen: ‘Soms kiezen we er dan toch voor om het materiaal zoveel mogelijk te behouden.’
Een voorbeeld zijn de betonnen verdedigingswerken uit de Tweede Wereldoorlog in Kornwerderzand, die zijn aangetast door de Alkali-Silica-Reactie (ASR). Door een chemische reactie tussen de bestanddelen van het beton, zet het materiaal uit en ontstaan er scheuren aan het oppervlak.
Je kunt de scheurvorming vertragen door waterindringing te verminderen, maar dan gaan alle sporen verloren – inclusief de kogelgaten en beschilderingen van de Nederlands en Duitse krijgsmacht. En die vertellen nu juist het historische verhaal. Kornwerderzand is de enige plek in Europa waar de Duitse Blitzkrieg in mei 1940 vastliep. Slechts 225 Nederlandse soldaten wisten zo’n 17.000 Duitsers tegen te houden.
‘Het verhaal achter deze bunkers is zo belangrijk, dat is besloten ze zo minimaal mogelijk te herstellen,’ zegt Michiel van Hunen. ‘Dat kon ook qua veiligheid. De verdedigingswerken moesten destijds aan de hoogste eisen voldoen. Bovendekking en funderingsplaten zijn twee meter dik en de muren tot drie meter dik. De kans op instorting is klein.’
Wie of wat bepaalt of iets (cultuur)historische waarde heeft? Er is een definitie die stelt dat onder ‘historisch beton’ al het beton valt dat is geproduceerd tussen 1850 tot 1960. Dit is een periode waarin veel werd geëxperimenteerd met het materiaal. Beton werd gebruikt als functioneel constructiemateriaal, maar ook als esthetisch bouwmateriaal met veel variaties in textuur en kleur. Vanaf de jaren 60 moest beton aan steeds strengere richtlijnen voldoen en werd het een meer uniform product.
Toch is dit een wat te smalle omschrijving, want ook projecten die buiten deze periode vallen, kunnen (cultuur)historische waarde hebben. Zelf houdt Van Hunen daarom liever deze definitie aan: historisch beton is ‘al het beton dat in een waardestelling als historisch waardevol wordt aangegeven op grond van constructiewijze, bouwmethodiek, architectuur, materiaal of samenstelling.’ Zo’n waardestelling vindt bijvoorbeeld plaats op basis van de uitvoeringsrichtlijn Bouwhistorisch onderzoek (URL 2007) van Stichting ERM.
Michiel van Hunen was op jonge leeftijd al geïnteresseerd in kunst en cultuur. Toen hij na zijn studie Materiaalkunde aan de TU Delft bij een ingenieursbureau terechtkwam, vond hij het al snel saai. ‘Het ging vooral over de techniek. Ik miste het oog voor de cultuurhistorie en esthetiek van de architectuur.’
Bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed kon hij zijn liefde voor techniek en kunst wel combineren. Al ruim 27 jaar houdt hij zich bij deze instantie bezig met historisch beton.
Recent adviseerde hij onder andere over het Vlietermonument op de afsluitdijk, de betonnen muur Sea Level (een kunstwerk van de onlangs overleden Richard Serra) en over de betonvloer in het Raadhuis in Hilversum, een project van architect Willem Marinus Dudok.
Anders dan bij de bunkers die we hierboven beschreven, kan er in bijzondere situaties ook voor worden gekozen om een object helemaal te vernieuwen, maar dan wel op precies dezelfde manier als voorheen.
Een bekend voorbeeld is Sanatorium Zonnestraal in Hilversum. Deze panden waren gebouwd om dertig jaar mee te gaan, maar de historische achtergrond was zo bijzonder, dat ze toen ze het einde van hun levensduur bereikten in oorspronkelijke staat zijn gereconstrueerd. ‘De historische waarde zit in zo’n geval niet zozeer in het materiaal, maar in het concept,’ legt Van Hunen uit. Hij was zelf niet bij dit project betrokken.
Wel gaf hij advies over de cementrustieke bruggen op landgoed De Paauw in Wassenaar uit 1917-1925. Deze bruggen lijken uit hout en takken te bestaan, maar zijn eigenlijk gemaakt van spoorrails, ijzeren staven, kippengaas en cementmortel. De conditie van de bruggen is slecht. Er is sprake van roestvorming en de ijzeren liggers zijn zwaar gecorrodeerd.
Niets doen is geen optie, maar een volledige reconstructie ook niet. In zijn advies gaf Van Hunen twee opties daartussenin waarbij de oorspronkelijke materialen zoveel mogelijk behouden blijven maar roestvorming wel voldoende wordt tegengegaan. Het herstel wordt momenteel uitgevoerd.
Bij de reparatie van beton is het belangrijk om goed te kijken naar wat je ziet. Dat is de boodschap die Michiel van Hunen vakgenoten wil meegeven. ‘Ga niet zomaar aan de slag met het materiaal, maar kijk eerst naar de manier waarop het is gebruikt: is het alleen functioneel, of heeft het ook esthetische waarde? En welke bedoeling heeft de architect gehad?’
‘Kijk bijvoorbeeld naar de stations die zijn ontworpen door de architect H.G.J. Schelling. Hij experimenteerde met beton en voegde in plaats van grind allerlei andere materialen toe, zoals natuursteen, baksteen en zelfs stukjes spiegel. Dit gaf het beton een prachtige uitstraling. Bij de reparatie is het belangrijk om dit te respecteren voordat je technisch aan de slag gaat.'
Onlangs verscheen het boek Bouwmaterialen 1940 – 1990. Michiel van Hunen schreef mee aan het hoofdstuk over historisch beton.
Wil je meer weten over betonreparatie en je ontwikkelen binnen dit vakgebied? Bij de Betonvereniging kun je verschillende cursussen volgen die horen bij het domein Onderhoud en Reparatie, op allerlei niveaus. Kijk gauw of er iets voor jou bij zit!
Stelling van KornwederzandGuido Bogers, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Documentnummers 104478_1664132307 en 104520_1664132763
Cementrustieke bruggen
Sanatorium Zonnestraal
Station Zutphen
Interview met Jan Bremmer (43), die in 2024 de cursus Basiskennis Beton Algemeen volgde.
Interview met dé expert in Nederland: Rob Polder.
Rijkswaterstaat en de Betonvereniging starten Communities of Practice om samen duurzame oplossingen voor beton te ontwikkelen.
Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering
Verdiep je vak als betononderhoudskundige met actuele thema's en ruimte om te discussiëren met collega's in deze dynamische nascholingscursus!
Verdiep je vak als projectleider betonreparatie met actuele thema's en ruimte voor discussie met collega's in deze dynamische nascholingscursus!