Penny Pipilikaki is betrokken bij de ontwikkeling van kennis over levensduurverlenging van bestaande constructies. Zij doet dat bij Rijkswaterstaat binnen het programma Duurzame Infra, dat helpt bij de enorme vervangings- en renovatie opgave waar Nederland voor staat. Pipilikaki is blij dat er steeds meer aandacht komt voor betononderhoud- en reparatie. Maar voor een echte omschakeling is meer kennis nodig, én personeel. ‘Het moet weer leuk en spannend worden om in de bouw te werken.’
Penny Pipilikaki (44) werd al vroeg in haar carrière ‘verliefd op de veelzijdigheid van beton’. Ze promoveerde op duurzaamheid van innovatieve betonsoorten en werkte bijna negen jaar bij TNO, waar ze zich verder specialiseerde als materiaalkundige. Sinds 2021 is ze senior technisch adviseur bij Rijkswaterstaat en adviseert ze over onder andere de vervanging en het onderhoud van betonnen constructies.
‘Beton fascineert me mateloos,’ vertelt Pipilikaki. ‘Het is niet alleen maar grijs. Als je inzoomt, bijvoorbeeld met microscopie, kun je veel mooie dingen zien. Ook vind ik het mooi dat je beton op een duurzame manier kan gebruiken.’
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor meer dan 4000 betonnen bruggen, viaducten en onderdoorgangen in Nederland. Ongeveer de helft daarvan bereiken binnenkort het einde van hun technische levensduur. Deze constructies zijn in de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw gebouwd en moeten in de komende jaren beoordeeld worden: welke gaan we meteen vernieuwen en welke kunnen met de juiste aanpassingen nog een tijdje mee?
Als materiaalkundige is het Pipilikaki’s rol om het materiaal te beoordelen. ‘Ik ben geen constructeur en bepaal dus niet of de constructie nog veilig is. Wel kijk ik naar de levensduur van beton. Ik beoordeel of het materiaal is aangetast door een chemische reactie en of er sprake is van degradatie van beton. Meestal hoef je dan niet acuut in te grijpen. Maar op een gegeven moment moet je er wel iets aan doen, om te voorkomen dat het een constructief probleem wordt, bijvoorbeeld als de wapening zodanig wordt aangetast dat de constructie de belasting niet meer aankan. Je kunt onder meer kathodische bescherming toepassen of betonreparaties uitvoeren. Over die mogelijkheden breng ik advies uit.’
Al sinds haar promotie loopt duurzaamheid als een rode draad door Pipilikaki’s carrière. In haar adviezen houdt ze altijd rekening met zo min mogelijk CO2-uitstoot, grondstoffen en materialen. ‘Bij de complete vervanging van een brug is meer materiaal nodig dan als je alleen het bestaande beton repareert. Maar als een brug tijdelijk dicht moet en vrachtwagens en ander verkeer constant moeten omrijden, is reparatie dan nog steeds de meest duurzame oplossing? CO2 is CO2, of het nou door benzine-uitstoot of door cementproductie komt. Ik probeer daarom altijd te kijken naar het hele systeem.’
Zowel Rijkswaterstaat als andere overheden moeten beslissen welke constructies voorrang krijgen bij de vervanging en renovatie. Het helpt dat er meer bewustwording is. Waar betononderhoud en -reparatie lang een ondergeschoven kindje was in de bouwwereld, ziet Pipilikaki dat er nu steeds meer aandacht voor komt. ‘Tot nu toe was de markt vooral gericht op nieuwbouw. Door de milieudoelen, het stikstofprobleem én het feit dat er simpelweg minder plek is om iets nieuws te bouwen, zijn we genoodzaakt om te kijken naar bestaande constructies en wat we daarmee kunnen.’
Volgens Pipilikaki heeft dat ook te maken met de denkomslag die in de hele maatschappij gaande is. ‘Vroeger brachten we onze kleding en schoenen naar de kleer- en schoenmaker voor reparatie, totdat het goedkoper werd om nieuwe spullen te kopen. Diezelfde consumptiedrang zag je in de bouw. We gaan nu langzaam terug naar het idee dat je dingen ook eerst kunt repareren of recyclen. Maar we zijn er nog niet: voor verandering is tijd nodig.’
Om meer bewustwording te creëren, verspreidt Pipilikaki haar boodschap met interviews in vakbladen en presentaties op bijeenkomsten over beton. Ook neemt ze deel aan twee Communities of Practice (CoP) van Rijkswaterstaat en de Betonvereniging om haar kennis over te brengen. Op 31 mei 2024 presenteren deze CoP’s een gezamenlijke visie op de toekomst en de te nemen stappen.
‘Alleen samen komen we verder in de verduurzaming van beton,’ zegt Pipilikaki. ‘Het is een taak van de gehele keten. Ook moeten we samen zorgen voor genoeg personeel. Er is nu een tekort in de hele sector, van nieuwbouw tot reparatie. Het moet weer leuk, interessant en spannend worden om technische opleiding te doen en in de bouw te werken.’
Wil jij ook een bijdrage leveren aan de vervangings- en renovatieopgave waar Nederland voor staat? Volg een van onze cursussen binnen het domein Onderhoud en Reparatie. Je kunt onder andere een algemene cursus volgen over betononderhoud, of je specialiseren in een specifiek onderwerp zoals kathodische bescherming.
Tijdens het ECSN-webinar 2025 stonden CO2-reductie, 3D-BIM, 3D-printen en CO2-opname van beton centraal.
Interview met Jan Bremmer (43), die in 2024 de cursus Basiskennis Beton Algemeen volgde.
Hergebruik van ter plaatse gestorte betonelementen in nieuwe gebouwen is technisch haalbaar en kan bijdragen aan duurzamer bouwen.
Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering
Verdiep je vak als projectleider betonreparatie met actuele thema's en ruimte voor discussie met collega's in deze dynamische nascholingscursus!
Verdiep je vak als betononderhoudskundige met actuele thema's en ruimte om te discussiëren met collega's in deze dynamische nascholingscursus!